De boodschap van de Sjofar

Door Rabbijn Mendel Levine 


Een machtige koning wandelde door het bos. Hij verdwaalde met zijn gevolg en zocht dagenlang de weg terug naar de stad. Hij had al bijna opgegeven ooit de weg terug te vinden, toen hij een man van de dorp ontmoetten die de koning mee naar huis nam, eten gaf en goed voor hem zorgde. De koning was uiteraard buitengewoon dankbaar en benoemde  de dorpsman  tot  minister.
Na verloop van tijd was de koning  bijzonder vertoornd over zijn minister en een zware straf besloot hij op te leggen. Voordat de  straf werd uitgevoerd, vroeg de minister of hij de koning  een verzoek mocht doen:  wilt u, o koning, de kleren  aantrekken in welke u en ik elkaar hebben ontmoet in het bos.
De koning  willigde het verzoek in, deed de kleren aan en herinnerde zich  de goedheid van deze minister die hem eens, zoveel jaren geleden, had gered. De koning  besloot daarop de minister vergiffenis te schenken.
 
Rabbi Levi Jitschak van Barditchev legt aan de hand van dit verhaal uit:  wanneer wij op de sjofar blazen , herinnert G‑d Zich  als het ware de dag dat wij elkaar bij de berg Sinai hebben ontmoet. G‑d en het joodse volk  Toen had de sjofar geklonken. En als G‑d deze sjofartoon weer hoort,  verzacht Hij zijn besluit en zegent ons met een goed en zoet nieuw jaar.
 
                                                  * * * *
Wij staan nu op het punt het nieuwe jaar te beginnen. Op Rosj Hasjana hopen wij  op de sjofar te blazen. De sjofar, die  ons aan G‑d  herinnert en G‑d aan ons.
 
In   ישעי ' hoofdstuk 27  lezen wij in pasoek 23:
 והי' ביום ההוא יתקע בשופר גדול ובאו האובדים מארץ אשור והנידחים מארץ מצרים והשתחוו לה בהר הקדש בירושלים.
Het zal zijn op die dag: op de grote sjofar zal worden geblazen; dan zullen komen de verdwaalden in het land Assyrie en de zwervenden in het land Egypte; zij zullen zich neerwerpen voor G‑d op de heilige berg in Jeroesjalajim.
 
Het sjofar-blazen wordt ook genoemd in זכרי' hoofstuk  9 pasoek 14:
וה' עליהם יראה ויצא כברק חצו ואדני הוי' בשופר יתקע והלך בסערות תימן
G‑d zal zich aan hen openbaren; Zijn pijl zal voorbij vliegen als een flits van de  bliksem, G‑d zal op de sjofar blazen en in zuidelijke storm heensnellen.
 
Deze 2 pesoekiem zijn een profetie naar de tijd van de verlossing, naar het moment dat de wereld het blazen op de sjofar zal horen.
Waarom wordt er één keer gesproken over de gróte sjofar en één keer  over , gewoon,de sjofar?
Hier 2 manieren hoe we deze vraag kunnen beantwoorden:
1)      De gewone sjofar zal worden geblazen wanneer G‑d bestraffend zal optreden ten opzichte van de landen die vol zijn met zonden; het zal de overwinning zijn over  het kwaad in de wereld.
De grote sjofar zal worden geblazen wanneer de echte verlossing  zal zijn gekomen, de  Tempel zal zijn herbouwd,  volledige vrede in de wereld zal heersen.
2)      De toon van de gewone sjofar zal onze ziel wakker maken, de ziel van het hele volk, ook van hen die hun identiteit kwijt zijn geraakt èn van hen die met opzet hun identiteit hebben verloren.
De toon van de grote sjofar zal iedereen brengen tot een grote tesjoewa/inkeer, in  spirituele zin.
 
-  sjofar  komt van het woord ‘sjafroe’ : beteren/ verbeteren -

Ons gedrag  beteren; de manier hoe wij met onze medemens omgaan, en met G‑d onze Schepper.  Rosj Hasjana is de dag dat wij beoordeeld en berecht worden. Laten wij  goede voornemens op ons nemen en laten wij hopen dat G‑d ons zal zegenen met een vrolijk, gezond en zoet nieuw jaar!